top of page

Motoren - BMW K100LT

De BMW K 100-serie is een serie motorfietsen van het merk BMW. Dit was de eerste serie BMW-motorfietsen die waren voorzien van een meercilinderlijnmotor. In 1988 werden in deze serie voor het eerst antiblokkeersystemen toegepast.

The BMW K100 is a family of four-cylinder 987 cc motorcycles that were manufactured by BMW from 1983 to 1992.

 

Voorgeschiedenis

Eind jaren zeventig bracht BMW de /7-serie op de markt. Dit waren de steeds weer opgewaardeerde luchtgekoelde tweecilinderboxermotoren met cardanaandrijving, die eigenlijk, voor wat betreft het motorconcept, uit 1969 stamden. Deze boxermotoren waren echter aan het eind van hun Latijn. De Japanse concurrentie bepaalde de markt, en die ging in de richting van steeds sterkere, snellere motorfietsen. De Japanse viercilinders liepen bovendien veel soepeler dan de boxermotoren, en waren ook makkelijker te berijden. Zij misten bijvoorbeeld het “kantelmoment”, dat typisch was voor de langsgeplaatste krukas van de BMW’s. Bovendien werden de Europese milieueisen steeds strenger. BMW had zich weliswaar steeds meer op de toeristische motorfietsen gericht, maar met de komst van de Honda GoldWing was ook daar de concurrentie, compleet met een soepel lopende vloeistofgekoelde viercilinderboxermotor, in opkomst. Al in 1978 publiceerde het Duitse blad Motorrad fantasietekeningen van een viercilinder-BMW-boxermotor, waarbij men al vermeldde dat ook een langsgeplaatste viercilinderlijnmotor of zelfs een driecilinderlijnmotor tot de mogelijkheden behoorden. Het project werd toen “BMW K4” genoemd. Binnen het bedrijf onderzocht men ook de mogelijkheden van een viercilinderboxermotor, maar BMW wilde in elk geval een afwijkende motor bouwen. Daarmee werden ook de proeven met een zware, brede en hoge dwarsgeplaatste Peugeotmotor naar de prullenbak verwezen. BMW had al bij de voorbereidingen van de R 45-/R 65-serie nagedacht over afwijkende motorconcepten, maar toen het behoud van de cardanaandrijving als eis gesteld. Dat was nu ook zo. Daarmee was de keuze van een langsgeplaatste motor bepaald, want dan zou een hoek van 90° in de aandrijflijn vermeden worden. Een dergelijke hoek zou tamelijk veel vermogen kosten. De keuze viel aldus op een langsgeplaatste motor met liggende cilinders, zoals bij een underfloormotor. Daarmee bereikte men meteen een laag zwaartepunt.

 

K 100-serie

Motor

De K 100 kreeg een vloeistofgekoelde viercilinderlijnmotor met liggende cilinders. Het werd een langeslagmotor (boring x slag = 67 x 70 mm) om de motor zo kort mogelijk te houden, waardoor de wielbasis niet te groot werd. De krukas lag aan de rechterkant van de motor, de cilinders wezen naar links. Aan de rechterkant werd een carterdeksel geplaatst, waardoor de hele motor gedemonteerd kon worden zonder deze uit te bouwen. De motor had twee kleppen per cilinder. Er was voor het eerst brandstofinjectie toegepast (Bosch L-Jetronic). De beide bovenliggende nokkenassen werden door een ketting aangedreven. Om het kantelmoment op te heffen draaiden zo veel mogelijk onderdelen (dynamo, koppeling en versnellingsbak) tegenovergesteld aan de krukas. Dankzij het vermogen van liefst 90 pk (de R 100 RS kwam maar tot 70 pk) kon deze motorfiets makkelijk met de concurrentie meekomen. Vanaf 1988, met de komst van de K 1, werden ook 16-klepscilinderkoppen gebruikt, maar alleen op de K 1 en de K 100 RS 16 Valve.

 

Rijwielgedeelte

BMW greep weer terug naar het “Baukastensystem”. Er werd één brugframe ontwikkeld, dat ook bij latere modellen werd toegepast, en waarbij het motorblok als dragend deel diende. De hele aandrijflijn (motor, koppeling, versnellingsbak, cardanaandrijving en achterwiel), was met vijf bouten aan het frame bevestigd. Als deze bouten verwijderd waren (inclusief de nodige kabels), kon de rest van de motorfiets als een kruiwagen met behulp van het voorwiel weggereden worden. Dit principe was niet nieuw: de Moto Guzzi V-8-racer uit 1955 kende het ook. BMW zou dit Compact Drive System ook bij latere modellen, bijvoorbeeld de R 1100-serie, toepassen. De machine kreeg het monoleverveersysteem, de telescoopvorken werden geleverd door Showa en Fichtel & Sachs. Er werden vernieuwde gietwielen en remschijven toegepast. De enkelvoudige droge plaatkoppeling bleef behouden, de motor had vijf versnellingen. Vanaf 1988 werden alle K 100-modellen leverbaar met een antiblokkeersysteem, dat in samenwerking met FAG-kugelfischer was ontwikkeld. Dit was het eerst ABS op seriemotorfietsen. De K 1 werd geleverd met de opvolger van de monoleverachtervering, het paraleversysteem.

 

Uitrusting

Het was duidelijk dat BMW veel haast had met de introductie van de K 100. Er waren al foto’s gepubliceerd van een K 100 met een toerruit, maar die werd pas 7 maanden na de presentatie, in mei 1984, leverbaar. De radiateur was voorzien van een polyester omhulsel waarin de bekende “BMW-nieren” herkenbaar waren. Om het moderne concept te benadrukken was een zeer opvallende, vierkante uitlaatdemper gebruikt, die voorzien was van een zwart hitteschild. De eerste versie van de K 100 was uitgesproken karig uitgevoerd. Wel was weer een uitstekende set boordgereedschap en een EHBO-set onder het zadel aangebracht.

 

Kinderziekten

Al snel bleek dat de K 100 misschien wel te snel geïntroduceerd was. BMW verving bij de eerste beurten de rempomp van de achterrem, maar klanten ondervonden meer problemen, onder andere met de accu en het instrumentenpaneel, maar ook de afdekplaat van de uitlaat roestte ernstig. De linkervalbeugel was bevestigd in de cilinderkop. Bij een flinke val ontstond op die manier niet alleen wat kuipschade, maar kon de hele cilinderkop scheuren. De waterpomp en oliepomp hadden een gezamenlijke aandrijfas en waren gescheiden met een keerring. Als die het liet afweten konden beide vloeistoffen bij elkaar komen.

 

K 100 LT

De K 100 LT (Luxus Tourer) verscheen in 1986. De machine leek uiterlijk sterk op de K 100 RT, maar was voorzien van het Nivomat-veersysteem, dat zich automatisch aan de belasting van de motorfiets aanpaste. Verder waren een comfortzadel en een topkoffer aangebracht. De machine was voorbereid voor de inbouw van een radio. Vanaf 1988 werd de LT ook met ABS geleverd.

 

Manufacturer: BMW

Also called: "Flying Brick"

Production: 1982–1992

Assembly: Spandau, Germany

Class: standard, sport touring

Engine: longitudinal DOHC I4, 987 cc (60.2 cu in)

Bore / stroke: 67 mm × 70 mm (2.6 in × 2.8 in)

Compression ratio: 10.2:1

Top speed: 137 mph (220 km/h)

Power: 90 PS (66 kW) @ 8000 rpm

Torque: 63.3 lb·ft (85.8 N·m) @ 6000 rpm

Ignition type: Bosch LE-Jetronic

Transmission: 5-speed foot shift, counter-rotating clutch, shaft drive

Frame type: tubular steel, open cradle with engine as stressed member

Suspension: telescopic forks, single-sided swingarm

Brakes: triple discs

Weight: 536 lb (243 kg) (wet)

Related: BMW K75. BMW K1

  • w-facebook
  • Twitter Clean
  • White Google+ Icon

© 2016 by Patrick van der Deijl

bottom of page